ELEKTRISCH SCHEMA - MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Fiat BRAVO 1.4 16v
COMPONENTEN - MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Fiat BRAVO 1.4 16v
Code van component | Omschrijving | Zie bewerking |
A030 | BOBINE | |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B002 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
B099 | HOOFDZEKERINGENHOUDER OP DE ACCU | - |
C010 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | - |
C020 | MASSA OP DASHBOARD PASSAGIERSZIJDE | - |
C038 | MASSA OP TUNNELCONSOLE | - |
C040 | MASSA OP MOTOR | - |
D001 | STEKKER VOOR / DASHBOARD | - |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | - |
D081 | STEKKER INSPUITVENTIELEN | - |
E050 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
I030 | REMPEDAALSCHAKELAAR | |
I031 | KOPPELINGSPEDAALSCHAKELAAR | |
I050 | TRAAGHEIDSSCHAKELAAR | |
K015 | LAMBDASONDE OP VOORKATALYSATOR | |
K017 | LAMBDASONDE OP KATALYSATOR | |
K030 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
K036 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
K043 | GEINTEGREERDE LUCHTTEMPERATUURSENSOR | |
K046 | TOERENTALSENSOR | |
K047 | FASESENSOR | |
K050 | PINGELSENSOR | |
K055 | GASPEDAALSENSOR | |
L010 | BRANDSTOFDAMPAFSLUITKLEP | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
N040 | ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER | |
N070 | ELEKTRO-INSPUITVENTIEL | |
N075 | ACTUATOR GEINTEGREERD IN GASKLEPHUIS | |
R010 | MULTISTEKKER VOOR DIAGNOSE | - |
BESCHRIJVING - MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Fiat BRAVO 1.4 16v
Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.Het systeem wordt geregeld door een regeleenheid voor zowel de ontsteking als de inspuiting.
FUNCTIEBESCHRIJVING - MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Fiat BRAVO 1.4 16v
De inspuitregeleenheid M10 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting.De regeleenheid M10 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 18 van stekker A via zekering F18 in zekeringen- en relaiskast B1.De voeding vanaf het contactslot is aangesloten op pen 51 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1.Het hoofdrelais T9 in B1 regelt het gehele systeem: het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 19 van stekker A op regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:- aan pen 17, 49 en 33 van stekker A op de regeleenheid via zekering F17 in B1;- de brandstofdampafsluitklep L10 en de lambdasondes K15 en K17 (deze verbindingen worden allemaal beschermd met zekering F11 in B1);- aan bobines A30 en de inspuitventielen N70 via zekering F22 in B1.Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordt gevoed via zekering F21 in B1.Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 62 van stekker A op regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan elektrische brandstofpomp N40. De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen.De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd.De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 10 en 42 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental.De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 7 van stekker B op regeleenheid M10 en de massa ligt aan pen 9 van stekker B. De sensor levert een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 36 van stekker B op de regeleenheid.De geintegreerde luchttemperatuursensor K43 is met massa verbonden via pen 26 van stekker B en stuurt een van de inlaatluchttemperatuur afhankelijk signaal naar pen 55 van de regeleenheid. Vanaf pen 7 van stekker B op M10 wordt een referentievoedingsspanning naar sensor K43 gestuurd. De sensor stuurt een van de inlaatluchtdruk afhankelijk signaal naar pen 6.De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt een referentiemassa vanaf pen 9 van stekker B op regeleenheid M10 en levert een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaal aan pen 38 van stekker B op de regeleenheid.De lambdasonde K15 op de voorkatalysator en K17 achter de hoofdkatalysator leveren aan de regeleenheid M10 informatie over de samenstelling van het lucht/brandstofmengsel.Sonde K15 levert het signaal aan pen 8 van stekker B op de regeleenheid, terwijl pen 25 de referentiemassa levert: deze signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd. Lambdasonde K15 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt: de weerstand wordt gevoed vanaf het hoofdrelais T9; pen 49 van stekker B op M10 levert de referentiemassa.Sonde K17 levert een signaal aan pen 57 van stekker B op de regeleenheid, terwijl pen 41 de referentiemassa levert: deze signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd. Lambdasonde K17 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt: de weerstand wordt gevoed vanaf het hoofdrelais T9; pen 17 van stekker B op M10 levert de referentiemassa.De pingelsensor K50 levert via een frequentie-afhankelijk signaal, informatie over pingelen in de verbrandingskamer: er worden twee signalen geleverd aan pen 37 en 21 van stekker B op M10; ook deze signalen worden afgeschermd.Gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 21 en 22 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 54 van dezelfde stekker. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 4 en 5 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 37 van stekker A.Regeleenheid M10 ontvangt - op pen 42 van stekker A - het signaal van de motoroliedruksensor K30.Pen 25 van stekker A op M10 ontvangt het signaal van remlichtschakelaar I30 - normaal geopend - die vanaf het contactslot via zekering F37 in zekeringen - en relaiskast B2 wordt gevoed; pen 57 van stekker A op M10 ontvangt het signaal van het normaal gesloten contact in remlichtschakelaar I30; dit contact wordt vanaf het contactslot gevoed via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B2.Pen 7 van stekker A op M10 ontvangt het signaal van de koppelingspedaalschakelaar I31.De regeleenheid M10 regelt de inspuitduur van de inspuitventielen N70, via de signalen van de pennen 51, 18, 2, en 34 van stekker B op M10. De voedingsspanning voor de inspuitventielen N70 komt van relais T9 in B1.De regeleenheid M10 regelt ook de voeding van de primaire wikkeling in de bobines A30. De secundaire wikkelingen leveren de impulsen voor de bougies: vanaf pen 32, 16, 31 en 15 van stekker B op M10. De voedingsspanning voor de bobines A30 komt van relais T9 in B1.De gasklepactuator N75 is voorzien van twee parallel geschakelde potentiometers: deze meten de opening van de gasklep door de stappenmotor.De motor wordt gevoed via pen 11-43 en 28-60 van stekker B op M10. Pen 56 van stekker B levert de voeding aan de twee potentiometers, pen 58 levert het massasignaal, terwijl via pen 23 en 39 van dezelfde stekker de signalen vanaf de gasklepactuator N75 binnenkomen.De brandstofdamp-afsluitklep L10 verzorgt de afvoer van brandstofdampen naar het inlaatsysteem van de motor, waarin de dampen voor verbranding aan het lucht/brandstofmengsel worden toegevoegd. De klep L10 wordt gevoed vanaf het hoofdrelais T9 in B1. De opening wordt door de regeleenheid op basis van de motorbelasting via een signaal vanaf pen 33 van stekker B op M10 geregeld.De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via diagnosestekker C van Body Computer M1 - pen 7: deze ontvangt de signalen vanaf pen 2 van stekker A op M10 via de bijbehorende diagnoseverbindingDe uitvoeringen met rechts stuur beschikken ook over diagnosestekker R10, die gescheiden is van de Body Computer.Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een signaal (vanaf pen 31 van stekker A) direct aan het "EOBD"-lampje in het instrumentenpaneel E50.Regeleenheid M10 is via het CAN aangesloten op Body Computer M1 en de andere knooppunten van het netwerk: via dit netwerk wordt informatie verzonden over- koelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneel E50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen;- toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50;- lage motoroliedruk, die wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;Via het CAN wordt het snelheidsmetersignaal ontvangen, dat door ABS-regeleenheid M50 wordt gegenereerd
OPSTELLING VAN COMPONENTEN - MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Fiat BRAVO 1.4 16v
Code van component | Omschrijving | Zie bewerking |
A030 | BOBINE | |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B002 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
B099 | HOOFDZEKERINGENHOUDER OP DE ACCU | - |
C010 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | - |
C020 | MASSA OP DASHBOARD PASSAGIERSZIJDE | - |
C038 | MASSA OP TUNNELCONSOLE | - |
C040 | MASSA OP MOTOR | - |
D001 | STEKKER VOOR / DASHBOARD | - |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | - |
D081 | STEKKER INSPUITVENTIELEN | - |
E050 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
I030 | REMPEDAALSCHAKELAAR | |
I031 | KOPPELINGSPEDAALSCHAKELAAR | |
I050 | TRAAGHEIDSSCHAKELAAR | |
K015 | LAMBDASONDE OP VOORKATALYSATOR | |
K017 | LAMBDASONDE OP KATALYSATOR | |
K030 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
K036 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
K043 | GEINTEGREERDE LUCHTTEMPERATUURSENSOR | |
K046 | TOERENTALSENSOR | |
K047 | FASESENSOR | |
K050 | PINGELSENSOR | |
K055 | GASPEDAALSENSOR | |
L010 | BRANDSTOFDAMPAFSLUITKLEP | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
N040 | ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER | |
N070 | ELEKTRO-INSPUITVENTIEL | |
N075 | ACTUATOR GEINTEGREERD IN GASKLEPHUIS | |
R010 | MULTISTEKKER VOOR DIAGNOSE | - |