Fiat PANDA 1.1 – CONNECT – – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Elektrisch schema - CONNECT - Fiat PANDA 1.1

CONNECT - ELEKTRISCH SCHEMA Fiat PANDA 1.1

Get access to all wiring diagrams of the car

COMPONENTEN - CONNECT - Fiat PANDA 1.1

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
B1	ZEKERINGEN- EN RELAISKAST IN MOTORRUIMTE.
B2	ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER DASHBOARD
C20	MASSA-AANSLUITING RECHTS OP DASHBOARD	-
C30	MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER	-
D20	STEKKER KABELS DASHBOARD/ACHTER	-
D30	VERBINDINGSSTEKKER LINKER VOORPORTIER	-
D31	VERBINDINGSSTEKKER PORTIER RECHTSVOOR	-
D97	KORTSLUITSTEKKER	-
D110	STEKKER TUSSEN SPIRAALMECHANISME EN BEDIENINGSUNIT OP STUURWIEL	-
H1	START-/CONTACTSLOT
M1	BODY COMPUTER
M60	AIRBAGREGELEENHEID
M94	KNOOPPUNT RADIO	-
P25	VOEDING/VERSTERKER VOOR ANTENNE
P26	MICROFOON	-
P35	LUIDSPREKER OP VOORPORTIER. BESTUURDERSZIJDE
P36	LUIDSPREKER OP RECHTER VOORPORTIER
P40	LUIDSPREKER OP LINKER ACHTERPORTIER
P41	LUIDSPREKER OP PORTIER RECHTSACHTER
P45	TWEETER (LUIDSPREKER) BESTUURDERSZIJDE VOOR	-
P46	TWEETER (LUIDSPREKER) VOOR PASSAGIERSZIJDE	-
P75	CD-SPELER/-WISSELAAR	-
P92	SUBWOOFER	-

Het systeem bevat verschillende systemen of kan aangesloten worden op systemen waarmee informatie of diensten worden ontvangen.Het CONNECT is uitgerust met een CD-ROM-lezer die zowel Compact Discs van het ROM-type als audio-CD''s kan lezen. Het systeem ondersteunt de normaal verkrijgbare AUDIO-CD of een CD-ROM met MP3-files (op alle niveaus) en is voorbereid op de bediening van een externe CD-wisselaar en de verwerking van analoge audio-outputsignalen.Bovendien is het uitgerust met een Dual Band GSM-module en een SIM Kaart-lezer voor kleine Sim-kaarten (waardoor de gebruiker de SIM-kaart kan invoeren). Bovendien is een externe microfoon aanwezig (voor handsfree telefoneren en spraakbediening).Het CONNECT kan op twee manieren worden ingeschakeld:Automatische inschakeling met start-/contactsleutel in stand MARHandmatige inschakeling met knop ONHandmatige nood-inschakeling m.b.v. SOS-toetsAls de contactsleutel in stand MAR wordt gezet, dan schakelt het CONNECT automatisch in en zijn alle in dit hoofdstuk beschreven functies actief of kunnen worden geactiveerd.Als met de contactsleutel in stand STOP de knop "ON" wordt ingedrukt, dan schakelt het CONNECT in en zijn de volgende functies beschikbaar:MAINAUDIONAVTELSOS en SERVICE (Targasys)769Bij ingeschakeld systeem kunnen de functies SETUP en TRIP worden ingeschakeld, maar is het niet mogelijk de parameters, de taal, de eenheid en ieder ander soort instelling van het CONNECT te wijzigen en te bevestigen. Deze beperkingen zijn normaal als het systeem is ingeschakeld met de knop "ON", omdat bij uitgezette motor (contactsleutel in stand STOP) de systemen voor gegevenstransmissie in de auto niet operationeel zijn. Als de contactsleutel in stand MAR wordt gezet, dan wordt het systeem in werking gesteld.Het CONNECT kan op twee manieren worden uitgeschakeld:uitschakeling onafhankelijk van contactsleuteluitschakeling afhankelijk van contactsleutelZie voor het selecteren van de uitschakelmogelijkheid in het menu SETUP, het submenu Power OFF.Als de functie "uitschakelen onafhankelijk van de stand van het contactslot" is geactiveerd, dan kan het CONNECT worden uitgeschakeld door de "ON"-knop in te drukken.Op het display verschijnt het bericht "UITSCHAKELPROCEDURE BEZIG, WACHT ENKELE OGENBLIKKEN".769Als de contactsleutel in stand STOP staat, schakelt het systeem 20 minuten later uit als een bestemming is ingevoerd of er een telefoongesprek wordt gevoerd.Als de keuzemogelijkheid "Uitschakelen afhankelijk van stand contactslot" is geactiveerd, dan kan het CONNECT worden uitgeschakeld door de contactsleutel in stand STOP te draaien.Het CONNECT (NIT) is voorzien van een ANTIDIEFSTALFUNCTIE, waardoor voorkomen wordt dat deze component kan werken na diefstal.Het NIT wordt tijdens de productie gemonteerd en op het CAN aangesloten, zodat er communicatie kan plaatsvinden met de Body Computer; hierin wordt de antidiefstalcode "Exchange Code" opgeslagen.Bij elke volgende Key On (en ook als de accu losgenomen is geweest) wordt een automatische authenticiteitsprocedure herhaald: als de uitkomst van de controle van de "Exchange Code" positief is, dan begint de werking van het systeem; als de vergeleken codes echter niet gelijk zijn, dan verschijnt een mededeling met betrekking tot de Code Card van de radio767De "Master Code" is voorgeprogrammeerd tijdens de productie, verschilt per NIT en is bovendien anders dan de "Exchange Code".768De handmatige procedure voor het invoeren van de "Master Code" moet worden uitgevoerd als de Body Computer wordt vervangen of als een radio wordt gemonteerd, die al in een andere auto met CAN is gebruikt.768Een "nieuwe" NIT (die nooit in een andere auto gemonteerd is geweest) kan worden gemonteerd m.b.v. de automatische authenticiteitsprocedure, waarbij de "Master Code" niet handmatig hoeft te worden ingevoerd.Met de telefoonmodule kunnen de normale functies van een telefoon worden uitgevoerd, SMS-berichten worden ontvangen/verzonden, de Service Call voor de Provider (zie het betreffende hoofdstuk) worden ondersteund en is toegang tot Internet m.b.v. het WAP-protocol (Wireless Access Protocol) mogelijk. De telefoon kan gedeeltelijk bediend worden met de bedieningsorganen op het stuur.Via het CAN-netwerk verzendt het CONNECT verschillende berichten, die betrekking hebben op de werking van de telefoon, naar het instrumentenpaneel.Met het navigatiesysteem kan een vooraf ingestelde bestemming via gesproken en visuele instructies worden bereikt.De in het NIT geintegreerde navigatiemodule ontvangt de voortgang (versnelling vooruit en de achteruit) en de richtingverandering van de informatie die door het NBC via het CAN wordt verzonden. De module vergelijkt deze informatie met de informatie van de via de GPS-antenne op het dak van de auto ontvangen GPS-satellieten en berekent hiermee de Geschatte Locatie Auto (positie van de auto).767In de Navigatiemodule is de gyroscoop niet aanwezig. Het navigatiesysteem herkent de bewegingen van de auto, als satellietsignalen ontbreken, dankzij de informatie over de bewegingen van de auto, die worden ontvangen via het CAN.Bij de eerste keer inschakelen of als de accu losgenomen is geweest, duurt het ongeveer 15 minuten voordat het GPS is geactiveerd.De zelf-afstelling van het navigatiesysteem vindt plaats in de eerste 100 km die worden afgelegd met de auto en als de banden zijn vervangen.Als de motor wordt uitgeschakeld en de auto wordt verplaatst bij uitgeschakeld systeem (bijv. op een auto-ambulance), dan heeft bij de volgende key-on het GPS heeft enige minuten nodig om de nieuwe positie van de auto te bepalen.De CD-ROM-speler voor het navigatiesysteem bevindt zich in het front van het CONNECT en wordt ook gebruikt voor audio-CD''s.Het is daarom niet mogelijk om gelijktijdig een audio-CD weer te geven en de navigatie-CD te gebruiken: het navigatiesysteem kan echter gedeeltelijk werken zonder de aanwezigheid van de navigatie-CD.De belangrijkste taak van de Navigatiemodule is de Route Guidance (naar bestemming leiden). Dit heeft betrekking op alle bewerkingen die de benodigde informatie aan de gebruiker leveren om de gekozen bestemming te bereiken.Als het contactslot op MAR wordt gezet, dan worden het CONNECT en de Navigatiemodule ingeschakeld, nadat de waarschuwing is weergegeven dat het navigatiesysteem een hulpsysteem is tijdens de rit, maar dat de bestuurder van de auto altijd de verantwoordelijkheid draagt en dat de normale verkeersregels opgevolgd moeten worden; als vervolgens op de bedieningsknop wordt gedrukt, dan wordt de positie van de auto m.b.v. de satellieten bepaald en vervolgens worden de coordinaten van de positie van de auto weergegeven, zoals in de volgende afbeelding is aangegeven:De in het CONNECT geintegreerde Tripcomputer-module regelt en berekent veel informatie, die vervolgens op het scherm wordt weergegeven en waardoor de gebruiker een aantal nuttige gegevens over de rit ontvangt.De informatie kan afkomstig zijn van de Navigatie-module of van de Knooppunten in de auto; daarom werkt de Tripcomputer alleen volledig als het contactslot op MAR staat, zodat het netwerk is ontwaakt en de informatie voor de Tripcomputer kan vervoeren.Als de TRIP-toets wordt ingedrukt, dan wordt de TRIPCOMPUTER-module ingeschakeld en wordt op het scherm de volgende informatie weergegeven:AANKOMSTTIJDAFSTAND TOT BESTEMMINGSNELHEIDSLIMIETACTIERADIUSACTUEEL BRANDSTOFVERBRUIKAFGELEGDE AFSTANDGEMIDDELDE SNELHEIDGEMIDDELD VERBRUIKDit zijn de gegevens die de Trip-module berekent m.b.v. de informatie die wordt verzonden vanaf de andere knooppunten via het CAN.

Beschrijving van de werking - CONNECT - Fiat PANDA 1.1

Knooppunt radio M094- Stekker A:pen 4: ontvangt de voeding vanaf het contactslot via zekering F35; de voeding wordt geleverd via kortsluitstekker D097E aan de bedieningsorganen op het stuurwiel (pen 5);pen 7: ontvangt de voeding direct vanaf de accu via zekering F39 en F01;pen 8: verbinding met massa C020 stekker B;pen 6: ontvangt het signaal ingeschakelde buitenverlichting voor regeling van de instrumentenpaneelverlichting;pen 5: verbinding met antenne P025;pen 1, 3: verbinding met CAN [EL1050].767Massa C020 is op de bodemplaat in het interieur gemonteerd en bevindt zich nabij de rechter voorwielkuip (beenruimte).- Stekker B:pen 1, 2, 7, 8: verbinding met luidsprekers achter P040 en P041; bij de "HI-FI"-uitvoering zijn deze pennen ook verbonden met subwoofer P092;pen 3, 4, 5, 6: verbinding met luidsprekers voor P035 en P036; bij de "HI-FI"-uitvoering zijn deze pennen ook verbonden met tweeters voor P045 en P046;Stekker C levert bij de "HI-FI"-uitvoering de voeding aan subwoofer P092 onder de passagiersstoel voor.- Stekker D:pen 10, 11: ontvangen de signalen van de bedieningsorganen op het stuurwiel;pen 12: levert de referentiemassa aan de bedieningsorganen op het stuurwiel.Stekker E is verbonden met CD-wisselaar P075 in het dashboardkastje.Het knooppunt info-telematica M065 ontvangt op pen 11 het snelheidsmetersignaal van body computer M001.Pen 9 en 18 ontvangen de referentiesignalen van de handsfree microfoon P026; terwijl pen 12 aan massa ligt.Via pen 5 van het knooppunt info-telematica wordt de functie "E-CALL" geactiveerd als door een botsing een noodoproep wordt verzonden.767Stekkers D020 en D031 bevinden zich in het interieur aan de onderzijde van de rechter voorstijl nabij de doorvoertule passagiersportier. Stekker D030 bevindt zich in het interieur aan de onderzijde van de linker voorstijl nabij de doorvoertule bestuurdersportier.

Opstelling van de componenten - CONNECT - Fiat PANDA 1.1

CONNECT - OPSTELLING VAN COMPONENTEN Fiat PANDA 1.1

Get access to all wiring diagrams of the car

COMPONENTEN - CONNECT - Fiat PANDA 1.1

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
B1	ZEKERINGEN- EN RELAISKAST IN MOTORRUIMTE.
B2	ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER DASHBOARD
C20	MASSA-AANSLUITING RECHTS OP DASHBOARD	-
C30	MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER	-
D20	STEKKER KABELS DASHBOARD/ACHTER	-
D30	VERBINDINGSSTEKKER LINKER VOORPORTIER	-
D31	VERBINDINGSSTEKKER PORTIER RECHTSVOOR	-
D97	KORTSLUITSTEKKER	-
D110	STEKKER TUSSEN SPIRAALMECHANISME EN BEDIENINGSUNIT OP STUURWIEL	-
H1	START-/CONTACTSLOT
M1	BODY COMPUTER
M60	AIRBAGREGELEENHEID
M94	KNOOPPUNT RADIO	-
P25	VOEDING/VERSTERKER VOOR ANTENNE
P26	MICROFOON	-
P35	LUIDSPREKER OP VOORPORTIER. BESTUURDERSZIJDE
P36	LUIDSPREKER OP RECHTER VOORPORTIER
P40	LUIDSPREKER OP LINKER ACHTERPORTIER
P41	LUIDSPREKER OP PORTIER RECHTSACHTER
P45	TWEETER (LUIDSPREKER) BESTUURDERSZIJDE VOOR	-
P46	TWEETER (LUIDSPREKER) VOOR PASSAGIERSZIJDE	-
P75	CD-SPELER/-WISSELAAR	-
P92	SUBWOOFER	-